Skip to content

ZoKa 2016

Dag 1
De dag van vertrek was aangebroken en we waren nog niet weg of het was al snik heet. 10 uur begonnen we aan onze grote tocht door South East Wales. Het was een lange dag, de langste tocht van onze hike. Het eerste dorp dat we zouden tegenkomen was  Crickhowell, waar we stopten zodat onze vriendelijke vriend Brammetje Kamps een hoed kon kopen in een outdoorshop. Met lege handen gingen we er naar binnen, maar Frank en Rutger kwamen met een Camelbak en zakmes naar buiten, maar Bram kwam ook met lege handen weer naar buiten. We trokken weer door, maar de aardige juffrouw van de winkel rende ons achterna om ons drie energy snoep rolletjes te geven. Hier voor waren we haar later de dag erg dankbaar.  Na deze snelle pitstop hobbelden de drie musketiers door naar het volgende dorpje op hun route, en tevens ook hun slaapplaats, Llangynidr. Het was die dag stervenswarm en benauwd, dus we hadden geluk dat we deze dag niet veel hoefden te klimmen in hoogte. Laat in de middag, rond half 6, kwamen we aan in Llangynidr. Hier zochten we vlakbij de botenclub aan het kanaal een rustige slaapplaats. Daar lieten we onze spullen achter onder toezicht van een aardige jongeman die werkte bij de botenclub zodat wij zonder bepakking gemakkelijk een winkel konden plunderen. Op het menu: penne met tomatensaus en gehakt. Onze chefkok in spe Frank Brand maakte van deze armzalige ingrediënten een geweldige maaltijd, maar laten we eerlijk wezen, honger maakt rauwe bonen zoet. Rond half elf vielen wij in slaap in ons luxe paleis van 1 bij 1. Oke, we zullen eerlijk zijn, het was 1,5 bij 1,5, en nee, zo luxe was het dus niet.

Dag 2
We stonden ’s morgens vroeg op om half 8. Na een heerlijk ontbijt wat bestond uit gebakken ei en verkruimeld brood waar de armste eend nog zijn neus voor op zou halen, kwam er leven in de brouwerij bij de botenclub en mochten we na wat Engels gehannes gratis douchen. Zo vertrokken Kwik, Kwek en Kwak fris en fruitig aan de nieuwe tocht. Deze tocht zou in theorie niet zo lang moeten zijn, maar we hadden ons goed verkeken op de klim naar Bwlch (ja dit dorp heeft geen klinkers, welkom in Wales). Uiteindelijk zijn wij om een ruime 14:00 aangekomen in Llangorse, waar we op een camping onze tassen dropten om hem dan snel te smeren naar het activiteiten centre waar we zouden klimmen in het klimbos. Anticlimax: is niet gebeurd. Maar we kregen een alternatief, zie foto’s van dit geweldige gebeuren met Chris, onze goede vriend die vervolgens loog tegen ons over waar we konden slapen in Brecon. Ja, je moet het maar hebben van je vrienden.

Snel vertrokken we naar de camping waar we van een bakje overheerlijke instant noodles zouden genieten, maar hier is het anders dan in Nederland, hier is het allesbehalve overheerlijk.  Het viel dan ook zo goed bij onze grote leider, Rutger Vis. Dus wederom vroeg naar bed want we waren al aardig moe aan het worden.

Dag 3
Early to bed, and early to rise, makes a man healty, wealthy and wise. Maar dit geldt niet voor Rutger. Gelukkig maakte dit vandaag niet uit want we konden genieten van de  vriendelijkheid in Wales. We waren de camping nog niet af, we hadden net de receptionist betaald en verteld waar we naartoe gingen, en we hoorden wat rumoer achter ons. De receptionist had een auto aangehouden en na wat gefluister en een wisseling van woorden riep ze ons terug, om te zeggen dat zij voor ons een lift had geregeld. We moesten ons eerst voor stellen, want we hadden geleerd van onze mama’s om nooit bij een vreemde in de auto te stappen, dus na een korte uitwisseling van namen waren we opweg naar Brecon. We zaten bij Chris en Leon in de auto, leon, een jongetje van ongeveer 10 ¾ en een beetje, die later profvoetballer zou worden, vertelde Chris met trots in zijn ogen. Hij verwees ons door naar het leger museum in Brecon, waar we de uniformen en wapens een verhalen van verschillende soldaten uit verschillende oorlogen konden bewonderen. Hoewel er wel wat was over de Boerenoorlog, konden we niks vinden over Sir Robert Baden Powell. Hierna gingen we snel door naar de Kathedraal van Brecon, waar we vervolgens op een veldje in het bos erachter onze tent deponeerde (wat later een campingterrein bleek) en na een karige maaltijd van gebakken aardappels gemaakt door Bram wederom vroeg gingen slapen.

Dag 4
’s Ochtends werden we gewekt door de niet zo vrolijke camping baas, om te vragen wat wij daar deden op zijn terrein. Na wederom wat Engels gehannes en een gehaaste uitleg, dooide het humeur van de oude baas wat en liet hij ons er uiteindelijk van door gaan in de ochtend met een waarschuwing beter te kijken bij velden met hekken er omheen (ook al was hier het hek kapot). Wel liet hij ons zijn douche gebruiken, wat we dus uiteindelijk nog best aardig van hem vonden. Hierna vertrokken we en liepen we stug door, van Brecon naar Boughrood Bridge, en we liepen stug verkeerd, waardoor we uiteindelijk een flink stuk moesten lopen over de grote wegen, wat erg jammer was, want zo zie je natuurlijk niks van die heerlijke natuur die je rond de normale wandelpaden hebt.  Die avond konden we gelukkig nog in Boughrood Bridge eten halen in een kleine buurtsuper, want dat waren we vergeten in Brecon. We zochten een lekker vlak plaatsje op het veld dat op het schiereiland lag, nadat we een rondje hadden gelopen, op zoek naar aanwijzingen van een mogelijke camping. Hier zetten wij onze tent op en pompten we de benzine branders op en genoten we van een heerlijke spaghetti carbonare. Het einde was in zicht en hoewel we daar wel wat energie uit konden putten, waren we goed moe en sliepen we ook die avond bijtijds.

Dag 5
De laatste wandeldag was dan eindelijk aangebroken, waar we dan ook relatief fris en opgewekt aan begonnen. Deze dag was van iets minder weer dan we tot nu toe hadden meegemaakt, want het heeft die dag zowaar geregend. En hoewel de brandende zon nou niet iets is waar we naar verlangde, hoopte we toch wel dat het snel droog zou worden. En er werd geluisterd naar onze gebeden, want het klaarde later in de dag op. Vandaag was een iets minder lange tocht, maar we stapten stevig door, met duidelijke aanwijzingen van de Wye Valley Walk en we kwamen uiteindelijk nog redelijk vroeg aan in Hay-on-Wye, the Town of Books. We zochten dicht bij het stadje een camping en vroegen daarom op een kanoverhuur plaats om hulp. Hier verwezen ze ons snel door naar de Camping van de schoonouders van de lieftallige dame aan wie we om hulp vroegen. Ze gaf ons een korting toen we uitlegden waar we vandaan kwamen en wat we deden en zei dat haar schoonmoeder het wel zou begrijpen als we het haar uitlegden en van wie we korting hadden gekregen. Niet lang hierna liepen we door naar de camping, twee velden verder, die op dat moment vol stond met auto’s en grote familietenten. We zochten een plaatsje en praatte wat met de mensen, en al snel bleek dat deze mensen uit Llangynidr kwamen, en zoals de oplettende lezer weet, zijn wij daar op dag 1 blijven slapen. Dus dit was een grappig toeval, sommige herkende ons zelfs uit het dorpje. We hadden nog een halve middag voor de boeg  dus Rutger besloot te gaan vissen en nadat we begonnen waren, zat de blikker al vast achter een grote steen. Rutger dook in zijn onderbroek het water in om hem los te maken en kreeg terwijl hij bezig was een ontzettend slim maar raar idee. Nadat de blikker was bevrijd en buiten het bereik van zijn benen bleef hij doodstil staan in de rivier. Niet al te veel later zwermden er tientallen, misschien zelfs wel honderen, visjes om hem heen. Langzaam rekte hij de pijp uit van zn onderbroek, en zodra er genoeg visjes zaten, deed hij PATS BOEM zn broek weer dicht, en ving zo een handje vol visjes. Later gebruikten ze een doosje voor de grotere visjes, die meer bij de bodem vertoefden.

Na een succesvolle en leuke dag vissen aan de Wye, keerden de dappere vissers terug naar hun nederige nederzetting om daar te gaan koken en te genieten van hun laatste avond zonder gejengel en gebengel. Het water werd opgezet terwijl andere alvast het kampeergeld betaalden aan de schoonvader, die het hele verhaal gelukkig ook begreep. Die avond aten we weer paste met ham, spek en tomatensaus, want daar hadden we zin in. Met dank aan de baby rasp xxs geleend van de buren hadden we zelfs nog wat geraspte kaas over onze heerlijke maaltijd. We bleven wat langer op aangezien we wilden overschieten met de bal van de buren, wat gelukkig mocht. Uiteindelijk sliepen we ook die avond niet al te laat.

Dag 6
De laatste ochtend was eindelijk aangebroken en we konden zelfs nog uitslapen, aangezien we pas de bus naar Hereford om 11;50 hoefden te pakken. Dus op ons dooie gemak pakten we onze spullen in, zeiden we gedag tegen de buren en sjokten we vermoeid en opgelucht door naar de bushalte. Hier kregen een opmerkelijk deja vu, aangezien ook hier de bussen te laat zijn. Na een rit van 2 uur op z’n minst kwamen we aan in Hereford. Daar kozen we ervoor toch maar voor om zelfstandig met de bus terug te reizen, om zo niet de al overbelaste staf nog meer tot last te brengen. In de bus stuitten we meteen op een probleem. Het kostte 7,20 maar wij hadden slechts 6,98 contant op zak. De buschauffeur keek ons stuk voor stuk eens goed en aandachtig aan en liet ons vervolgens gratis reizen, waar we hem nog steeds dankbaar voor zijn. Eenmaal aangekomen op het kampterrein lieten de drie helden zich dood op vallen op het gras, om zich vervolgens weer te herpakken en op te staan, want ze konden eindelijk een keer lunchen met brood dat niet helemaal geplet was.

Dit was ons kamp, hopelijk heeft u genoten van die wonderlijke avontuur op papier, wij namelijk wel.