De groene kaart
Als een jongen voor het eerst op de groep komt, is hij nog niet meteen verkenner. Hij komt eerst in een aparte bak: de bibbitbak. Tijdens opkomsten zal hij gewoon meedraaien met de rest van de groep, alleen wordt hij af en toe door de bibbitbegeleiders apart genomen om enkele basisvaardigheden te leren.
Zo wordt hij snel klaargestoomd tot een echte zeeverkenner. Als hij alles op de groene kaart heeft afgetekend, kan hij worden geïnstalleerd.
Allereerst moet de verkenner in het bezit zijn van zwemdiploma A en B
De volgende dingen moet hij weten:
- Dat er alleen onder toezicht gezwommen mag worden
- Dat er in onbekend water niet gedoken mag worden
- Dat een boot slechts mag uitvaren als hierin tenminste 3 personen zitten, waarvan een met machtiging bootleider (ZA)
- Dat er aan boord van een vlet geen schoenen gedragen mogen worden
- Dat een bootleider volledig moet worden gehoorzaamd
- Dat handen en voeten in een sluis binnen boord moeten worden gehouden
- Dat er geen afval overboord gezet mag worden
- Wat de padvinderswet en belofte van hem vragen
Ook moet hij bekend zijn met:
- De betekenis van de Nederlandse vlag
- De nederlandse vlag correct kunnen behandelen (aanslaan, hijsen en strijken)
- De inhoud van het Argonauten verhaal
Schiemannen
Een verkenner moet:
- Een touw kunnen onderhouden: opschieten en betakelen d.m.v. een zeemans- en -hollandse takeling
- Een platte knoop en een schootsteek kunnen leggen
Navigatie
Een verkenner moet:
- De 16 streken van het kompas kennen
- De onderdelen van het kompas kennen
De Padvinderswet
- Een padvinder is eerlijk
- Een padvinder is trouw
- Een padvinder is hulpvaardig
- Een padvinderis is een broeder voor alle andere padvinders
- Een padvinderis is voorkomend en sportief
- Een padvinder heeft zorg voor de natuur
- Een padvinder weet te gehoorzamen
- Een padvinder zet door
- Een padvinder is spaarzaam
- Een padvinder heeft eerbied voor zichtzelf en voor anderen
De Belofte:
Op mijn eer beloof ik ernstig te zullen trachten de padvinderswet na te streven.