Maandag 24 juli
Het is alweer onze laatste dag in Friesland. Na het ontbijt breken we daarom het kampterrein weer af en laden alle spullen in de Hoop, terwijl onze koks op pad gaan voor de inkopen voor de terugreis. Na de morning coffee beginnen de verkenners aan de laatste zeiltocht, die Phileas Fogg weer terug naar Engeland brengt. Het is bijna windstil als we vertrekken, waardoor het zeil als snel wordt gestreken en de roeiriemen het water in plonsen. In de Korte Vliet en Intimasloot worden sleepjes gevraagd aan voorbij varende boten. De laatste vletten krijgen een sleepje van de motorvlet. Op het Hegermeer gaan de zeilen weer omhoog. In Woudsend leggen we aan voor een verfrissende douche in de jachthaven. Ook spelen we een potje city golf met de Engelse vrienden van Phileas. Daarna door de brug en roeiend en slepend het Slotermeer over. Hier worden de vletten ook ingehaald door de Hoop. Na de afvaart op de Bombrekken is deze bij het Gouden Plakje geweest om water te tanken. Daarna hebben we gezocht naar een plek om de bilge leeg te pompen, dat is de ruimte onder de motor waar lekkend water en olie wordt opgevangen. We hadden gehoord dat dit in Gaastmeer kon, maar toen we daar aan kwamen bleek dit niet het geval. Met wat uitdagend manoeuvreerwerk konden we de haven weer uit en uiteindelijk vonden we een beschikbare bilgepomp bij de jachthaven van Woudsend. Bij Sloten zijn alle vletten hun sleepje weer kwijt, maar gelukkig is Bas zo aardig om ze achter het Geeltje mee te nemen voor het laatste stukje. Rond 5 uur meren we af op het eiland in de Grote Brekken. Daar maken we de vloot weer sleep klaar: masten, zeilen en riemen gaan naar de Hoop en op de voorpunt maken we een sleeplijn vast. Na het eten en het corvee hebben we de laatste aandacht van dit kamp, dit keer over de Verenigde Staten en ‘The American Dream’.
Dinsdag 25 juli
Om kwart over 8 zit iedereen in de boten en gaan de trossen los. We varen de Grote Brekken over en komen bij de Prinses Margrietsluis. Daar moeten we bijna een uur wachten omdat de grote beroepsvaart voor mag. Daarna bakboord uit naar de Friese sluis, waar het gelukkig rustig is. Als snel zijn we 6 meter gezakt en varen we door de Noordoostpolder. Bij Emmeloord moeten we een kwartiertje wachten tot de lunchpauze van de brugwachters over is, maar verder kunnen we lekker doorvaren. Tegen vieren varen we de polder al weer uit en op het Zwarte Meer trekken we de vloot langszij voor het diner. Zo varen we verder door de Ramsgeul, waar we door stroom mee wel 10km per uur gaan, dat schiet op! Via het Ketelmeer komen varen we de randmeren op. Vlak bij Dronten komen we de Roggebotsluis tegen, die niet meer bediend wordt. De jongens gaan de vletten weer in en we meren even na half 9 af aan de steiger voor de sluis.
Woensdag 26 juli
We staan bijtijds op, zodat we om 7 uur door de sluis kunnen. Alleen blijkt de sluis pas om half 8 open te gaan en moeten we nog even wachten. Gelukkig is de sluismeester ruim op tijd en begint ook meteen met de bediening, waardoor we om half 8 de sluis al bijna uit varen, dat zie je niet vaak! Het weer is rustig,af en toe een bui en wind in de rug, waardoor we lekker opschieten. In het ruim spelen de verkenners gezelschapspelletjes zoals Carcasonne, Bonanza en 30 Seconds, of lezen een boekje. Voor de verandering is het dit jaar rustig bij de sluis van Nijkerk en mogen we in een keer invaren. Doordat zowel wij als de wind naar het westen draaien, krijgen we deze tegen. Maar het waait niet zo hard, waardoor we halverwege het Gooimeer de vletten langszij kunnen halen voor het diner. Vlak voor Muiden zijn de borden leeg en kan iedereen de boot weer in zodat we door de zeesluis kunnen. Doordat we goed door hebben kunnen varen, zijn we nog optijd om door Weesp heen te varen. We meren op verzoek van de havenmeester af in het kommetje aan de rand van Weesp, net voor het Amsterdam-Rijnkanaal. Als de vloot er netjes bij ligt, gaan we lopend naar het centrum van Weeps, waar de bekende ijssalon zit. Iedereen krijgt een hoorntje met schepijs, dat is genieten, een mooi einde van de dag.
Donderdag 27 juli
We mogen uitslapen, de eerste brug die voor ons open moet aan de overkant van het plasje waar we liggen, wordt pas vanaf 9 uur bediend. Stipt 9 uur gooien we los, maar voordat we de sleep hebben geformeerd staan de lichten van de brug weer op dubbel rood, wat betekend dat hij niet wordt bediend. Tegelijkertijd krijgen we van Bas in de motorvlet te horen dat we het Amsterdam-Rijnkanaal niet mogen oversteken, in verband met een bovenmaats transport. Over de Weespertrekvaart zijn ze bezig een 2de brug te bouwen voor de verbreding van de A9. Hiervoor moeten nieuwe liggers worden aangevoerd over het water, terplekke in gehesen en het transport weer naar buiten. Na een 40 minuten wachten is het lege transport naar buiten en is een koppel nieuwe liggers op weg naar de bouwplaats. De lichten van de brug gaan op groen en we mogen doorvaren. Vlak voor de hijswerkzaamheden worden we tegen gehouden en moeten we afmeren. Na een half uur wachten ligt de eerste ligger op zijn plek en mogen we passeren. Vanaf hier gaat de reis voorspoedig. Als snel zijn we bij de omval en varen we de Amstel op. We gaan door de Tolhuissluis het Aarkanaal op. Bij Alphen aan de Rijn meren we om half 6 af voor ons galgenmaal. Onze koks hebben voor een laatste keer dit kamp een heerlijke maaltijd gemaakt: kippensoep vooraf, daarna pasta met carbonarasaus en als toetje Saroma vanille en chocolade. Als de buikjes vol zijn en er diverse speeches zijn gehouden, gaan we aan het corvee. We besluiten de dag met een potje voetbal. En als iedereen in zijn kooi ligt, leest Arjen de laatste hoofdstukken van het boek voor.
Vrijdag 28 juli
Om half 7 zingen Raymond en Bas ons voor de laatste keer wakker. Daarna wassen, tanden poetsen, ontbijten en de boten in. Om half 9 varen we de Gouwe op, waar het rustig is. Het is bewolkt maar droog, tot het moment dat we de Julianasluis bij Gouda invaren. Een fikse bui stort zich over ons leeg en terwijl we aanmeren probeert iedereen zijn regenpak aan te trekken. Een beetje chaos, maar gelukkig gaan de schut snel en niet veel later als we op de Hollandse IJssel varen stopt de regel alweer. Op de Algerabrug in Krimpen staan de eerste ouders die ons komen verwelkomen. We hebben stroom mee waardoor we voorlopen op ons schema. Als we de Nieuwe Maas af willen de parkhaven in, ligt er een kustvaarder overdwars in het water. Deze probeert aan te meren langzij een andere boot, maar dit lukt niet zo goed. Van de verkeerscentrale krijgen we te horen langzaam aan te doen en afstand te houden, omdat hij niet zo goed kan manoeuvreren. Het duurt erg lang, en uiteindelijk krijgen we het verzoek om ruim om het schip heen te varen de Parkhaven in. De Parksluis is leeg en we kunnen zo binnenvaren. Op de kade staan veel ouders ons op te wachten. Als we geschut zijn varen we de Coolhaven in, waar we om half 3 net na de Pieter de Hoochbrug afmeren, onder de flat Ter Heem. Alle spullen die naar het eiland moeten worden van de Hoop in de vletten geladen. Ondertussen pakken de ouders de persoonlijke bagage in en zoeken de gevonden voorwerpen uit. En af en toe valt er wat regen. Om kwart voor 4 varen de vletten weg, voor het laatste stuk over het Noorderkanaal en de Rotte naar de Bergsche Plassen. Als de spullen zijn opgeruimd en de boten zijn schoongemaakt verlaten de verkenners iets na 7 uur het eiland.
De Hoop ligt dan nog te wachten voor de Prinses Irenebrug, die pas om half 8 wordt bediend. Niet veel later ligt ze weer op de vertrouwde plek in de Rotte en als om kwart over 8 de stuurhut weer is opgebouwd, verlaat de bemanning het schip en is het kamp teneinde.
Zaterdag 29 juli
De leiding verzamelt om 10 uur weer op de Hoop. Nu ze weer leeg is, kunnen we haar weer mooi schoon maken, zodat de welpen er komend jaar weer een frisse in van start kunnen. Tussen 11 en 12 komen er nog enkele ouders/verkenners langs om de laatste gevonden voorwerpen uit te zoeken. Om 1 uur is alles schoon en opgeruimd en gaan we als afsluiting lunchen bij de Tuin van de Vier Windstreken aan de Kralingse plas. Helaas kunnen we vanwege de regen en wind niet op het terras zitten, maar ondanks dat genieten we er van en kijken ondertussen terug op een leuk Frieslandkamp.