Zondag 9 juli
Nog een dag en dan is het zo ver. De staf is om 2 uur op de Hoop om deze op te ruimen, schoon te maken en alles in te richten. Ook het eten wordt aan boord gebracht. Tussen 19 en 20u komen alle verkenners langs om hun spullen te brengen en hun kistje in te ruimen. Ook passen ze een reddingsvest, die ze voor de rest van het kamp gebruiken. Daarna gaan ze weer naar huis, om nog een nachtje in hun eigen bed te slapen.
Maandag 10 juli
We gaan op kamp! Om 9 uur verzamelen de verkenners en de leiding op het eiland. We pakken alle bootspullen en gaan dan op sleep achter het geeltje en de motorvlet. Via het sluisje gaan we de Rotte in en daarna door het Noorderkanaal naar de Coolhaven. Daar ligt de Hoop al. Die is om 6.30 met de stuur hut aan dek van de ligplaats vertrokken, zodat ze om 7 uur door de Irenebrug kon.
In de Coolhaven worden alle bootmaterialen en het geeltje op dek geladen, onder toeziend oog van diverse ouders die ons komen uitzwaaien. Tijdens de lunch op de kant, legt schipper Martijn aan de jongens uit hoe het slepen in zijn werk gaat. Als de laatste boterhammen op zijn, gaan we de vletten in en formeren we de sleep. Helaas moeten we meteen weer aan de kant, omdat er een binnenvaarder aankomt die voor ons de sluis in mag. Via de Parksluis komen we op de Nieuwe Maas, waar we nog even moeten wachten voor het marineschip De Rotterdam die losgooit van de cruiseterminal en moet draaien. Via de Hollandse IJssel komen we bij de Julianasluizen in Gouda, waar we zo in kunnen varen. Aan de andere kant komen we in de Gouwe die we volgen tot Alphen aan de Rijn, waar we het Aarkanaal in gaan. Daar meren we af voor de nacht. Voordat we gaan slapen hebben de koks Hans en Raymond nog een lekker broodje shoarma voor de jongens.
Dinsdag 11 juli
Het zonnetje schijnt alweer als we om half 9 weer op sleep liggen. Via de Tolhuissluizen komen we op de Amstel. Al kronkelend door de weilanden komen we bij Amsterdam. We varen door Diemen richting Weesp. Vlak voor Weesp is het nog even spannend als we het Amsterdam-Rijnkanaal over moeten steken, er varen een drietal binnenvaarders in volle vaart langs, met bijbehorende golven. Dankzij de AIS zagen we ze aankomen en konden dus rustig wachten tot ze voorbij waren. In Weesp gaan de vletten los en wrikken de verkenners zelfstandig onder de bruggen door. Vanaf de spoorbrug slepen we weer verder naar Muiden, waar we door de oude zeesluis gaan, het IJsselmeer op. De weersverwachting is niet zo goed dat we over kunnen steken, daarom gaan we rechts af de Randmeren op. Na de Hollandse Brug trekken we vletten langszij, zodat we kunnen eten, terwijl we rustig doorvaren. Na het corvee gaan de verkenners weer de vletten in, tot we bij de sluis van Nijkerk zijn. Hier meren we rond 9 uur af. Wie wil neemt nog even een plons voordat ze hun slaapzak in duiken.
Woensdag 12 juli
Vanaf het moment dat we opstaan is het al aan het regenen. Met regenpakken aan varen we even over 8 de sluis in, waarbij we net op tijd de mast naar beneden doen. Heel de ochtend blijft het regenen, gelukkig geven de koks nog een keer warme chocolade melk en een keer thee naar de vloot door. Binnen in de Hoop spelen de overige verkenners spelletjes, of lezen een boekje. De staf is bezig met het repareren van de WC, die verstopt was geraakt. In de loop van de middag wordt het droog, maar steekt er wel een stevige noorderwind op, waardoor het fris blijft. Na de Roggebotsluis komen we op het Ketelmeer, waar flinke golven staan, tot groot vermaak van de jongens in de boten. Samen met het zonnetje dat doorkomt, zorgt dat ervoor dat de sfeer met sprongen vooruit gaat. Een ander voordeel is dat we sinds dit jaar een stukje afsnijden door de Ramsgeul, die nu open is voor recreatievaart. Daardoor komen we voor het eerst in jaren weer op tijd bij de Kardoelerbrug en kunnen we doorvaren tot aan de Voorstersluis, de toegang tot de Noordoostpolder. Zodra we afgemeerd zijn gaan we eten, want het is ondertussen al 19u geweest. Na het eten doen we nog een potje ringbal voor de te kooi gaan.
Donderdag 13 juli
De laatste reisdag gaat om 06.30 van start. We varen meteen na vertrek de Voorstersluis binnen wat ons toegang verleent tot de Noordoostpolder. Na deze sluis passeren we ook nog de sluis bij Marknesse en zetten koers naar de Friese sluis. Bij de Friese sluis gaan we zes meter omhoog en varen daarna Friesland binnen. We vervolgens onze weg richting de Princes Margriet sluis waar we even moeten wachten. De wachtsteigers lagen allemaal vol en daarom kregen wij van de sluismeester te horen dat we op een afmeerpaal moesten wachten totdat de wachtsteiger leeg was. Terwijl wij aan de paal wachtten kwamen er grote binnenvaartschepen langs varen die soms wat spannende momenten opleverde. Nadat vele jachtjes plaats hadden gemaakt konden wij de sluis binnen varen en zo het Princess Margriet kanaal op varen. Op het laatste stukje werden alle vletten op sleep genomen door de motorvlet en voer de Hoop naar haar ligplaats in Sloten. Aangezien het al half rond half acht was werd er na het afmeren meteen gedineerd. Na het diner worden de boten weer zeilklaar gemaakt zodat we de rest van het kamp de vletten als zeilboot kunnen gebruiken. Het Geeltje word te water gelaten met het kraantje aan dek, en alle masten en zeilspullen gaan de boten weer in. Tijdens het klaarmaken van de boten word er ook gedoucht op de camping. Nadat we klaar zijn gaat iedereen fris z’n bedje weer in.
Vrijdag 14 Juli
Vandaag werd er voor het eerst een beetje uitgeslapen. Het is namelijk geen reisdag meer, maar een echte eerste kampdag. We staan daarom op om 07.00 in plaats van 06.30 uur. Het is de dag dat we op eigen kracht met de vletten naar de eerste kampplek toe varen. Tijdens de koffie kwamen Phileas Fogg en Jean Passepartout langs om de verkenners om hulp te vragen. De verkenners moesten naar Egypte om daar een wormhole mysterie op de lossen.
De verkenners maken zich na het ontbijt klaar om zeilend en wrikkend te vertrekken vanuit Sloten naar Egypte (lees Woudsend) te vertrekken. Woudsend was het eerste dorpje wat we konden bezoeken tijdens dit kamp en daarom werd onder andere de supermarkt bezocht om de kleine voorraadjes aan te vullen.
Na vertrek vanuit Woudsend brak de hemel open en kwamen er zware regenbuien voorbij. Omdat de buien gepaard gingen met onweer zijn de vletten naar de kant gegaan en hebben daar het slechte weer afgewacht. Een aantal bakken lagen nog in Woudsend en twee andere bakken hebben geschuild bij een scheepswerf. Gelukkig was het onweer snel voorbij en konden we in de stromende regen en harde wind het Koevordermeer over. Na het Koevordermeer werd de brug zelf geopend voor de vletjes die al zeilend de brug konden passeren. Uiteindelijk kwamen we uit op de Langstaarter poelen waar de koks ons opvingen met een heerlijke maaltijd. Omdat het ’s avonds regenden hebben we binnen een spelletje gedaan en zijn daarna te kooi te gaan.
Zaterdag 15 juli
De eerste echte dag op ons kampterrein. Omdat de kampdagen zijn begonnen beginnen we de dag met de opening in uniform. Dit doen we alleen tijdens de kampdagen om zo tijd te besparen tijdens de reis. Na de opening volgt het ontbijt en na het corvee gaan we aan de aandacht. In elke kamp is er een moment van aandacht op de dag, een moment daarbij je met de hele groep stil staat bij een onderwerp zoals de maatschappij, culturen etc etc. Dit jaar staar het kamp in het teken van reizen rond de wereld en daarom gaat de aandacht over cultuur en historie van andere landen, en vandaag was Rusland aan de beurt.
Terwijl de verkenners de vletten klaar maken voor vertrek halen Raymond en Martijn een extra vlet op bij de jachthaven. Jaja een extra vlet, want familie Van der Top heeft hun vlet beschikbaar gesteld als stafboot tijdens het kamp. We hebben nu dus zes vletten in plaats van vijf en zijn daarmee een stuk wendbaarder met de staf om bijvoorbeeld spelen op posten te bemannen.
De verkenners worden vandaag bezocht door twee figuren die opzoek waren naar de kaart van China. Door langs een route te varen komen de vletten verschillende Chinezen tegen waarbij de verkenners een stukje van de kaart konden verdienen. Zo werd er onder andere Origami gedaan, werd er Mikado gespeeld en werden er Pannenkoeken gebakken. Na het eten werden er wat spelletjes op de kant gespeeld en daarna werd de kaart compleet gemaakt. S’ avonds leest Arjen nog een stukje voor uit het spannende boek en dan is ook deze dag alweer voorbij.